‘De derde Wereldoorlog komt’

Het is zaterdagmiddag, zomervakantie 1958, en ongeduldig wacht ik in de tuin van ons vakantiehuisje op mijn vader die uit zijn werk naar Schoorl komt. Hij stormt naar binnen en begroet ons met die onheilspellende mededeling.

Ik heb geprobeerd uit te zoeken wat mijn vader zo van streek maakte. De luchtbrug naar Berlijn? Start in juni 1948. De invasie in Hongarije? November1956. De Cubacrisis? Oktober 1962. Het enige wat enige betekenis had in 1958 was de invoering van de noodwachtplicht in juli voor buitengewoon dienstplichtigen. Mijn vader was toen 40 jaar. Liep hij nog risico? Was de dreigende dienstplicht voldoende voor zijn paniek of was het iets anders. Vergis ik me in het jaar. Zou kunnen maar de uitroep en zijn angst herinner ik me haarscherp. Nog kan ik mijn eigen angst voelen bij het zien van mijn ontredderde vader.

Hoe vaak heeft die paniek bij mijn vader toegeslagen? Hoe diep zat de oorlog in hem? Zijn oorlog leek niet heel bijzonder. Gelegerd bij kasteel Hackfort en op 10 mei 1940 getransporteerd naar het nabijgelegen Babberich, was hij op de dag van de inval niet ver van de Duitse grens. Een paar uur na de inval was hij al krijgsgevangen gemaakt en naar Duitsland afgevoerd. In juni keerde hij terug en deed zijn gewone ding voor zover mogelijk. In 1943 moesten de krijgsgevangenen zich melden om te werken in de Duitse oorlogsindustrie. Daar heeft hij de puinhopen van het bombardement in Dresden mogen opruimen. Verder weet ik niets. Hij vertelde niets en ik vroeg niets. Alleen zijn door hongeroedeem vervormde benen liet hij – tot mijn afgrijzen – af en toe zien.

En nu? Er is een beest aan de gang en ik voel niets. Komt het omdat oorlog altijd een ver weg van mijn bed show was? Komt het omdat ik niet kan geloven dat dit echt gebeurt? Of komt het omdat mijn kop inmiddels drie meter dik in het zand steekt?  
Is dit het einde van onze veilige wereld? Wie het weet mag het zeggen.
Wat ik wel weet? Nou, de zon schijnt! Dat nemen ze me niet meer af.

11 gedachten aan “‘De derde Wereldoorlog komt’”

  1. Ik weet zo goed als niets van hoe mijn ouders de oorlog hebben ervaren; kleine kruimels, een anekdote hier en daar. Inderdaad: er werd niet over gesproken. Zo jammer. Begrijpelijk vast, maar jammer….

  2. Ik had mezelf beter moeten kennen. Even voelde ik niets, maar dat was meer de onwerkelijkheid van wat er gebeurde en het niet kunnen (willen) bevatten ervan. Nu ben ik diep doordrongen van de feiten en de gevaren. Maar zoals mijn moeder al zei: de mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest.

  3. Aan de ene kant is het niets nieuws onder de zon, aan de andere kant wel degelijk. Bij het vernemen van het nieuws over Oekraïne heb ik de afgelopen week vaak gedacht aan de optie knipperen met de ogen.
    Ik wil ontkennen dat ik lees wat ik lees en hoor wat ik hoor. De maalstroom van gebeurtenissen maakt machteloos.
    Wie weet zie ik binnenkort in de micro-sfeer mogelijkheden om een steentje bij te dragen bij het tegengaan de gevolgen van de oorlog daar en het helpen van de Oekraïners hier.

  4. Vandaag de vraag gekregen of we niet een wake kunnen houden. Logisch we deden het iedere tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië,. Ik merk dat het ongelooflijk verwarrend en angstig is. Poetin achter zijn te grote bureau en de president van Oekraïne in een schilder terwijl steden gebombardeerd worden. Wat staat ons allen maar vooral de mensen in Oekraïne allemaal nog te wachten. Kaarsjes branden dan maar en wakes gaan organiseren om de onmacht te uiten. Ik geboren in een oorlog!

  5. Ik voel de angst van mijn ouders vooral van mijn moeder: de onrust van de 2de WereldOorlog dat mijn vader eten ging halen helemaal naar Friesland op de fiets met houten banden en vooral de vliegtuigen over ons huis! Ik was nog maar een baby toen de oorlog uitbrak maar maakte toch mee, hele generatie ‘angstige kinderen’

  6. Je beschrijft het goed José! De angst van je vader, jouw weerzin bij het zien van zijn benen. Zijn leven in oorlogstijd dat jij niet meemaakte maar er toch iets van meekreeg.
    Bij mij komt het wel erg binnen, dat leed van de mensen in Oekraïne, de ontreddering. Maar mijn leven gaat gewoon door, dat vind ik het onbegrijpelijke.

  7. Mijn opa was nadrukkelijk van de paniek – en de handel. Wij hadden dus standaard blikken reuzel, gedroogde erwten en bonen en baaltjes suiker in voorraad. De suiker stond in grote blikken onder het ouderlijk bed, de reuzel in het kolenhok en de erwten in een kussensloop in de kelderkast.
    Periodiek kwam de paniek langs: Korea, Hongarije en wat al niet. Ik kreeg er het fijne niet van mee, behalve de negatieve spanning bij de’grote mensen’ en radiouitzendingen waar je beslist niet doorheen mocht praten.

  8. Ondanks de zon, die ook in Oekraine schijnt, ben ik somber over de situatie. Er komen angstige herinneringen naar boven uit de tweede wereldoorlog. Het onder de trap zitten als het alarm afging. De honger. De razzia’s. Het vliegtuig dat laag overvloog en in de tuin van het Elisabethziekenhuis neer stortte. Het bombardement bij het sation van Leiden. Dat was allemaal niets vergeleken bij Rotterdam en Den Haag, waar de bommen op de stad neerkwamen en de vele mensen die het niet overleefden.
    Ik ben bang dat Poetin wordt getraggerd om het allergrootste te gaan flikken. Hij is er toe in staat. En dan zijn er hier in Nederland twee partijen die de inval van het leger van de oorlogsmisdadiger, Poetin , ondersteunen. Om je dood te schamen.
    Nee die zon kan mij gestolen worden, je kunt er niet bij schuilen, niet van eten, het geeft mij geen troost.

  9. Ondanks de zon, de mooie campertocht, de lekkere wijntjes ben ik toch onrustig.Is dat angstig? Meer verontwaardigd dat een man zoveel macht heeft en ik me zo machteloos voel. Heb altijd gedacht dat ik een pacifiste was, maar het liefst wil ik ook molotovcocktails maken met de vrouwen uit oekraine!
    Zo leer ik toch een onbekende kant van mezelf ontdekken

  10. Eerlijk gezegd, ik maak mij vreselijk ongerust over de huidige oorlogs-ontwikkelingen. Er is een gek, dat is al erg genoeg. Er is een opstapeling van wapentuig en soldaten en veel geweld. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Ik heb mij sinds de Cubacrisis niet zo ongerust gevoeld over onze toekomst – nog los van de voortdurende klimaatcrisis. Het is mooi weer, maar ik ben erg somber. Cor

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *