De rapen zijn gaar

Bah, koolraap, was mijn eerste gedachte toen ik in de krant een recept zag voor koolraapfriet. Lekker, patat, mijn tweede gedachte.

Mijn moeder was geen keukenprinses. Niet dat er veel geld was om er iets van het eten te maken, maar een beetje verfijning had best gekund. Als mijn moeder zich al waagde aan iets nieuws, lag mislukking op de loer en riep zij luidkeels om mijn vader die dan of onderweg was van werk naar huis of net afgepeigerd op de bank lag. Wat we aten was oerdegelijke goed doorgekookte kost. En daar maak je koolraap niet bepaald smakelijk door. De weeïge lucht hangt nog in mijn neusgaten.

Maar om een frituurpan kon zij niet heen.  De jaren van de wederopbouw waren voorbij en dit was het eerste luxeproduct dat het loon van mijn vader toestond. Het was niet mijn moeders wens, maar wij, de kinderen, eisten zelfgebakken patat.  Zuchtend en steunend zette zij zich aan het schillen en het snijden van de aardappelen tot frituurbare eenheden. Het was geen succes. Bebloede vingers, brokjes aardappel die nauwelijks op patatjes leken, een paniekerige moeder. Het patatproject lag een tijdje stil.

Op zeker moment kwam mijn moeder op vrijdagmiddag vol trots bij de Gruyter vandaan met het Snoepje van de week en een zak met patatachtige reepjes. Op het juiste moment gleed de inhoud voor de eerste bakronde in het hete vet. Wij zaten in de huiskamer ons te verkneukelen op het lekkers dat ging komen. Ook al was de deur naar de keuken dicht, de verleidelijke lucht van opwarmende olie kwam de kamer binnengeslopen. Opeens luid gesis en gespetter en een noodkreet van mijn moeder. Wat gebeurde er in de pan? Wij renden naar de keuken, keken elkaar aan en snapten er niets van. Tot het moment dat door de stank van frituurvet heen een verdacht zoetige geur onze neusgaten bereikte. De verpakking uit de vuilnisbak gehaald en daar stond toch echt met grote letters VOORGESNEDEN op, maar in kleine letters gevolgd door koolraap. Voortaan liet mijn moeder het snijden én het bakken aan mijn vader over.

De moraal van dit verhaal: koolraap, als ovenfriet bereid, is best te eten en ik lijk op mijn moeder.