De Gouden Veeg

De eeuw staat er wat verloren bij. Vroeger was hij een stuk populairder dan tegenwoordig. Maar nu is zijn glans er toch van af. Het is pas vijftien jaar geleden dat een VOC-mentaliteit iets was om trots op te zijn. Samen met de nieuwe golf emoties over ons slavernijverleden is daar radicaal een eind aan gekomen en nu zit hij in het verdomhoekje. Er was heel wat mis, dat ziet hij zelf ook wel, maar was alles fout?

Onlangs stond ik twee keer oog in oog met de zeventiende eeuw. Voor het eerst bracht ik een bezoek aan Hofwijck, de buitenplaats van Constantijn Huygens. Huis en tuin ontwierp hij zelf en bepaald niet onverdienstelijk. Constantijn was nog veel meer, onder meer dichter van prachtige verzen. Lees zijn ‘Op de dood van Sterre’ maar. Mooier rouwgedicht is niet vaak geschreven. In zijn hoedanigheid van secretaris en vertrouweling van stadhouder Frederik Hendrik bezocht hij in 1628 het atelier van twee jonge onbekende Leidse schilders om een werkje voor Frederik aan te schaffen. Het werk van Jan Lievens vond hij aardig, maar de schilderijen van het andere ventje, die Rembrandt van Rijn bleek te heten, vond hij meteen geniaal. Voor het eerst ook nam ik een kijkje in het depot van Erfgoed Leiden en Omstreken. Vol trots liet de gids ons een rekening zien, in 1631 uitgeschreven door een nog steeds jeugdige Rembrandt voor de vader van een leerling. De molenaarszoon zou krap een jaar later van zijn geboortestad naar het bruisende Amsterdam vertrekken. De rest is geschiedenis.
Heb ik het wel een beetje gehad met alle aandacht voor Rembrandt – op zijn Amsterdamse portretten ben ik wel uitgekeken –  er zijn zoveel andere zeventiende Hollandse meesters om van te genieten. Frans Hals bijvoorbeeld, waar de levendigheid van de doeken afspat, Vermeer, juist vanwege de serene rust en het mysterieuze licht van zijn schilderijen of Pieter de Hooch die ineens weer volop in de belangstelling staat. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Dan zijn er ook dichters als Vondel en Hooft, filosofen als Spinoza en rechtsgeleerden als Hugo de Groot. Christiaan Huygens, de zoon van Constantijn, werd de grootste geleerde die dit land ooit heeft voortgebracht. Afijn, hier stop ik maar.

Laat die Gouden eeuw toch gewoon de Gouden Eeuw zijn en ons met belangrijker zaken bezighouden. En als dat echt te veel gevraagd is, is Goudveeg Eeuw misschien een ideetje?