Schijnschaamte

Ik kan het woord schaamte niet meer horen of zien. Bij het woord van het afgelopen jaar had ik iets creatiefs verwacht, iets ludieks, maar het werd ‘schaamte’, met een streepje ervoor. Hoe zielloos kan het zijn; het woord kan nog niet eens op zichzelf wonen. Trouwens, ik heb ook zo mijn twijfels bij het hedendaags gebruik van het begrip schaamte. Is het wel schaamte?

Ooit was er een tijd dat ik mijn eigen particuliere schaamtemomenten had. Een naar gevoel in je maag, een hete blos naar je wangen en geen grond onder je voeten. Ik zie me nog op de hoge kinderstoel zitten bij de aardige kapper bij ons in de buurt, daar heen gebracht door mijn moeder die snel weer richting babybroertje vertrok. Zachtjes zegt hij in mijn oor: ‘Volgende keer niet vergeten je oren schoon te maken.’ Of die keer in de kerk dat ik nogal hardop fluister dat het zo naar hondenpoep stinkt en opvallend rondkijk of ik de schuldige kan ontdekken, die ik zelf blijk te zijn. Of tijdens mijn eerste studiejaar, groentje die ik ben, dat het ik het waag in het openbaar een professor aan te spreken en ten overstaan van de hele collegezaal op mijn nummer wordt gezet. Afijn, zo kan ik wel doorgaan. Ik kan er nu om lachen, maar toen absoluut niet. Door de wijsheid der jaren en de afstand in tijd zijn die pijnlijke herinneringen verschrompeld en liggen ergens in mijn binnenste in een hoekje.

Schaamte is openbaar bezit geworden. We schamen ons collectief wat af. Het milieu is met stip het dankbaarste thema en een heerlijk gespreksonderwerp. ‘Heb jij al last van vliegschaamte?’ ’Dat valt wel mee, maar met mijn vleesschaamte gaat het helemaal niet goed.’ Goede tweede betreft de gezondheid. ‘Weer niet gelukt om minder te drinken. Zonde om dat bodempje chardonnay te laten verpieteren.’ Dat is geen schaamte, dat is een vrijbrief om voornemens te laten mislukken.
Intussen weet ik weer wat echte schaamte is. Die keer dat ik bij de kassa van AH vergeten was dat contactloos betalen bestaat, vervolgens de verkeerde pin intoetste en de rij achter me maar bleef groeien. Of toen ik tegen een jong mens zei dat er nooit meer wat op de tv was en een meewarige blik mijn kant op kwam. En die éne keer dat ik te midden van millenials me per ongeluk liet ontvallen dat vroeger alles beter was. Wat was dat andere woord van 2019 ook al weer? Juist ja. Boomer. Mooi woord.