Een gekrompen wereld

Tergend langzaam maar onomkeerbaar, glijdt de grijpstok van de muur naar de vloer. Onbereikbaar is het hulpmiddel om mijn sokken van de vloer te krijgen.
Niets kan ik doen, helemaal niets.

De dag begon zo mooi. Winters zonnetje, weinig wind, tijd voor de moestuin.
En ineens lag ik op de grond. Een domme val over de trapper van mijn eigen fiets. Paar dagen ziekenhuis, nieuwe heup erin, en hup naar huis.
Daar lig je dan, niets te kunnen, helemaal niets.

Maar wel tijd om kranten en prachtboeken te lezen, tijd om naar het journaal en actualiteitenrubrieken te kijken! Niets bleek minder waar. Alles ging tien keer zo langzaam en niets leek belangrijker dan hoe de wc te bereiken en hoe me aan te kleden. Nu pas realiseerde ik me hoe vaak ik dingen op de grond liet vallen. Dat ook de onmisbare grijpstok een van die dingen was. Dat al die dingen dan onbereikbaar op de grond lagen. En dat hield me de hele dag bezig.  
Niets in de grote wereld interesseerde me, helemaal niets.

Binnen twee weken was mijn wereld gekrompen tot een paar overzichtelijke vierkante meters.  Klimaat, Poetin, Rutte, stikstof, WK-voetbal, woningnood, zorginfarct, en zelfs Matthijs hield ik op veilige afstand.

Na twee weken was het welletjes.  De weer toegestane douche deed wonderen, de hete kraan spoelde alle bekrompenheid van me af. Gewapend met kruk overwon ik de trap en als herboren stapte ik de huiskamer in.

Journaal, kom maar op met die grote wereld.

Hoewel….