Bakfietsterreur

Het is wennen, weer fietsen. Maar ik doe het. Met nieuwe heup en nieuwe fiets, dat wel. Niet dat ik met de fiets gevallen was, maar struikelen over de trappers van mijn stilstaande fiets was voldoende om mijn heup te breken. Toch heb ik mezelf voor het eerst van mijn leven een nieuwe fiets cadeau gedaan, voorzien van lage instap en breed stuur. Voor de zekerheid.

Daar fiets ik dus, enigszins behoedzaam nog, maar toch. Ik schrik op van een luide stem links naast mij. Tegen mij? Nee, tegen de lucht. Het is een vrouw op een bakfiets die me voorbij sjeest. Zo bevlogen in gesprek met wie dan ook, dat ik mij niet kan voorstellen dat ze zich bewust is van de naderende auto. Het gaat dan ook maar net goed.
Ik peddel verder en hoor nu een luid gezoem naast me. Veel harder nog dan de eerste bakfiets rijdt dit elektrisch opgefokte bakbeest me voorbij. Behendig en met een ware doodsverachting weet ook deze vrouw een tegemoetkomende auto te ontwijken. Voor als het toch mis zou gaan, draagt de vrouw een helm, een monsterlijke roze geval, maar het valt tenminste op.

Is er nou in vier maanden zo veel veranderd? Of is dit al langer gaande en ben ik het ontwend? Of is dit normaal en word ik gewoon oud?

Een minuut later rem ik af voor het stoplicht dat op rood staat. De roze vrouw is natuurlijk al gearriveerd en straalt groot ongeduld uit.  Ik sta nog niet stil of  het licht springt op groen en de vrouw geeft gas. Ik heb nog net tijd om een blik in de bak te werpen. Zonder helm kijken twee peuters onschuldig en vol vertrouwen in de wereld naar mij op. 

O ja, een helm. Die moet ik nog kopen.