Het afstapje

Gisteren op bezoek geweest bij het onlangs verbouwde museum de Lakenhal. Dat oppimpen moet tegenwoordig, een beetje museum gaat in de vaart der volkeren mee. Hoewel ik van de make-over van het museum niet ondersteboven ben, is het herboren gebouw voor zowel de buiten- als de binnenkant in de prijzen gevallen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Lakenhal-2019-Expansion-HCVA-1024x659.jpg

Totaal gemist dat we online moesten boeken en een tijdslot aangeven, ook dat hoort blijkbaar tegenwoordig, komen we om half vier binnen. Met het karakteristieke gezicht van een beambte die met zijn hand over zijn hart strijkt – voor deze ene keer, mevrouw – krijgen we een toegangsbewijs. We hangen onze jas op en de garderobe uitkomend lig ik bijkans op de vloer. Voor mensen die geen diepte zien – en dat zijn er heel wat – is een niet gemarkeerd afstapje een onaangename verrassing.
Het is een puike expositie over de jonge Rembrandt. Zo fijn om ook eens onbeholpen werk van de man te zien en ook hoe snel hij dat achter zich liet. Tegen vijven pakken we onze jassen en ja hoor, daar ga ik weer. Met een niet al te elegante zwaai weet ik op de been te blijven. Een ezel dus.

Ik zie dat de kassa-mevrouw aan de telefoon is dus loop op de zaalwacht af. ‘Mag ik wat vragen? Weet u dat dat afstapje daar heel onhandig is?’
‘Het probleem is ons bekend’ antwoordt de keurige jonge man beleefd.
‘Gelukkig, dus er gebeurt wat aan? Want ik lag bijna op de vloer.’ 
Het gezicht verstrakt iets diplomatieker. ‘O, wat vervelend voor u, maar het probleem is ons bekend’. ‘Hoeveel moeite kost het nou, een gele streep zetten?’ Ik zie zijn linker mondhoek licht vertrekken en zeg maar snel: ‘o ja, het probleem is u bekend’. Opluchting tekent zich bij de jongeling af.
Ik vermoed een alziend oog van de architect. En een vetorecht.