Grote schoonmaak


Mijn moeder was geen goede huisvrouw. Ik bedoel, ze probeerde het wel te zijn, maar het zat niet in haar. Ze las liever. Voor haar trouwen was ze kraamverpleegster geweest en het was duidelijk dat ze dat werk met spijt achter zich had gelaten. Maar in haar wereld was er nog geen sprake van dat ze, getrouwd en met kinderen, kon blijven werken. Dus las ze en gelijk had ze. Toch kwam het ergens in maart wanneer Pasen lonkte, over haar: de grote schoonmaak. De achterstand van een heel jaar trachtte zij driftig in te lopen en ze keek ons, de kinderen, het huis uit. Mijn moeder indachtig neem ik me ieder jaar voor in maart ook zo’n bedrijvigheid aan de dag te leggen, en ik dacht echt dat het me dit jaar zou gaan lukken. Voorbeelden genoeg om me heen.

Ergens halverwege januari, de maand die schijnt uit te blinken door saaiheid en uitzichtloosheid, hoorde ik het alweer. Een doordringend schril gepiep op alle mogelijke plekken in de buurt. Op straat, in mijn tuin, op weg naar de bakker of de moestuin. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. En omdat het alweer langer licht wordt, is ’s ochtends vroeg ook weer steeds vroeger. Een mooi geluid is het niet, kenmerkend wel. Het eerste teken dat, al duurt het nog lang, de lente komt. Het is de koolmees, druk in de weer met het verkennen en schoonmaken van een goede plek voor een nieuwe leg. Welluidender klinkt de pimpelmees. Zat er ooit jaren geleden een enkele in mijn voortuin, nu dartelen ze ook rond in mijn achtertuin. Verder hebben we dan nog staartmees, mus, heggenmuis, roodborstje en merel. Bleef het daar maar bij. Ik kan de klimaatverandering niet van alles de schuld geven, maar opvallend is de komst in groten getale wel van meeuwen, kauwen en halsbandparkieten. Schreeuwend, agressief en nadrukkelijk aanwezig. En allemaal zijn ze bezig met de grote schoonmaak.

Tegen zoveel bedrijvigheid kan ik niet op. Als een ware dochter van mijn moeder begin ik verwoed aan de schoonmaak. Veel in te halen. Ik pak hark, schep, snoei- en heggenschaar en begin in de tuin, die er nog net zo bij ligt als eind oktober. Binnen komt later wel.