Op zaal

Voor het eerst lig ik op zaal. Nee, niet voor het eerst in het ziekenhuis. Jaren geleden lag ik riant in een eenpersoonskamer maar die eer valt me nu niet ten deel. Een uit de hand gelopen ontsteking in mijn buik is dan wel ernstig genoeg om me subiet aan het infuus te leggen maar dat kan best tussen andere pechvogels. De eerste dag van mijn driedaagse verblijf wordt er om half twaalf ’s avonds nog een stokoude vrouw binnengebracht. Zij maakt weinig geluid, haar infuus en dochter des te meer. De dochter is na een uur verdwenen maar het infuus houdt niet meer op met piepend te protesteren.

Om half tien de volgende morgen meldt de dochter zich weer. Na het omstandig uitpakken van nachtgoed en toiletgerei, belt zij op meer dan verstaanbare toon haar zus. ‘Ja, ik ga zo pyjama’s kopen. Nee, geen zijde natuurlijk.’ Een snelle blik opzij. ‘Dat is toch niet nodig, Mam? Nee, knikt ze. Ja, ik stuur wel een tikkie.’ Even valt het stil. ‘Ja, ze is wel beter dan gisteren, maar het is nog niet veel, nee. Als ik de dokter zie, trek ik hem aan zijn staart. Ja, ik zal haar de groeten doen. Hou jij je maar rustig, ik regel het hier wel. Doei.’ Drukt gesprek weg. ‘Nou mam, ik ga naar huis. Of moet ik blijven?’
‘Nee, ga maar’, reutelt het amechtig van onder de dekens.
‘Ik ga naar de Zeeman, de hond uitlaten, de was doen en dan zie je me weer. Als er wat is, laat die verpleegsters maar lopen. Ze krijgen er dik voor betaald.’ Ze zegt geen boe of ba als zij met wapperende jas en gehaaste tred weg beent. Tien minuten later loop ik op de gang naar de koffieautomaat en zie dochterlief in verwoed gesprek verwikkeld met twee beduusde Nightingales in de dop. Een kijkt me vertwijfeld aan.

Een ochtend later arriveert de dochter met plastic tassen vol nieuwe pyjama’s en onderbroeken. Ma ligt er nog steeds als een dood vogeltje bij. Ik waag het om achter de dochter langs handdoeken te pakken voor mijn opfrisbeurt. Ze draait haar hoofd naar me toe en zegt met een klein stemmetje en ogen vol wanhoop, ‘Goedemorgen. Wat fijn dat het met u beter gaat.’ Dat heb ik nou altijd. Dat ik iemand grondig haat en dat die dan iets aardigs zegt en dat ik dan smelt tot er niets meer van mijn cynische zelf over is.
Had iedereen maar zo’n engel.

Nee, vervelen doe je je niet op zaal.

13 gedachten aan “Op zaal”

  1. Gaat het weer goed met je, José?
    Weer een goed verhaal en toch herkenbaar. Goed van je om in te zien dat de dominante dochter een klein hartje heeft. Hou je taai, Désirée

  2. Ha José, wat naar dat je in het ziekenhuis moest worden opgenomen. De enige 1 persoonskamer waar ik ooit in heb gelegen was de kinder/ic in het LUMC omdat de ic na mijn eerste craniotomie vol was. Daarna alleen meerpersoonskamers in twee verschillende ziekenhuizen. Hoewel, in een ziekenhuis veroorzaakte een kamergenote voor zoveel overlast dat het de verpleegkundigen te gortig werd en ik midden in de nacht met bed en al naar een eenpersoonskamer ben gereden. Fijn dat je weer thuis bent, ik heb je blog met smaak gelezen en kan er zelf ook een heel verhaal aan plakken. Maar het is jouw blog. Mijn liefste kamergenoot was Daan overigens. Na een uitputtende bevalling midden in de nacht mocht hij bij mij op de verloskamer blijven slapen. haha.

  3. Mooi, mooi. Je maakt wat mee zeg!!! Wat een ellende op zo’n ziekenzaal.
    Maar, ik begrijp het niet helemaal….. ligt aan mij ws. Liep je achter de moeder langs, of de dochter? Zei de moeder die lieve woorden, of de dochter?
    Ik ging ervan uit dat je de dochter zou “ haten” ( zou ik nl. ook hebben”).
    Is de dochter de engel? Of…?
    Hoe dan ook ik lees je blog met veelplezier 😘

    1. Moeders lag totaal uitgeteld op bed. Dochter zat er naast. Ik ging achter haar langs en zij boezemde me aanvankelijk diepe weerzin in vanwege haar dominante gedrag. Lastig, zo’n situatie beschrijven, dat blijkt maar weer. Ik blijf leren.

  4. Alles goed afgelopen Jose? Een mooie tekening van wat je onverwacht kan tegenkomen. En overkomen. In de kleine gemeenschap van een ziekenhuiszaal.

  5. Het zou mijn verhaal kunnen zijn Jose , ik ben precies zo! Ik heb ervan genoten, gaat het nu goed met je? Hoop je gauw weer eens te zien, groet van Aad en Josephine

  6. Als pechvogel beschik je over een overdosis zelfreflectie, José. Ge zijt een mooi mens. Hopelijk blijf je voorlopig uit de ziekenboeg. Doe mij de komende jaren maar blog over roodborstjes, of nog liever: goudvinkjes 😘

  7. Jeetje, José, in het ziekenhuis. Ik hoop dat je inmiddels thuis bent.

    Echt weer zo’n herkenbare toon van jou in de column.
    Met humor en cynisme. Ik geniet er elke keer weer van.

    Beterschap! Gr., Betty

Laat een antwoord achter aan Betty van Bellen-Goddijn Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *