
Op mijn tablet zie ik een filmpje van iets groots op een strand. Een luchtig gevaarte, voortgestuwd door de wind, dat danst en deint langs de zee. Ondanks het kleine scherm, blijf ik gefascineerd kijken, me afvragend of het een zeilschip, een Chinese draak, een slang, of zelfs een duizendpoot is, dit strandbeest. Het verwondert en betovert me.
Ik herinner me de kerstboom uit mijn jeugd, met zilveren vogeltjes en engelenhaar, dat mijn vader voorzichtig over de boom drapeerde. En dan ook nog het kindjes Jezus eronder in zijn kribje. Het was bijna te veel voor een zesjarige. Dat was verwondering in het kwadraat. Ergens onderweg veranderde mijn verwondering in verbazing. En het gebeurde niet alleen met mij. Ik zie het ook bij andere grote mensen. Waarom?
Verbazing op zich is prima, het leidt tot vragen stellen. Maar het mist de magie van verwondering, het is het hier en nu. Soms gaat verbazing gepaard met oordelen, soms zelfs cynisme. Of het leven ons teleurgesteld heeft. Het komt vooral voor bij mensen tussen de veertig en zestig. De veertigers hebben nog tijd om het roer om te gooien. Bij vijftigers wordt het al lastiger, hoewel sommigen erin slagen. Maar na de zestig? De tijd om te veranderen neemt af. Gezondheidsproblemen steken de kop op, jonge mensen passeren je op je werk, of je wordt weggesaneerd. Gelukkig verdwijnt nog tien jaar verder de noodzaak van betaalde arbeid. Het leven ligt weer open. Nieuwe hobby’s, vrijwilligerswerk, vrede sluiten met gemiste kansen. Er is weer tijd om het leven te laten stromen.
Zien verwonderen, doet verwonderen. Kijk naar kleine kinderen. Met hun onbevangenheid werken zij aanstekelijk. En laat het nou zo zijn dat veel van mijn generatiegenoten zomaar vanzelf vaak kinderen om zich heen hebben. Kleinkinderen. Een geweldige uitvinding. Je past iets vaker op dan je dacht, maar oh, oh, oh, wat een kwaliteitstijd. Een vogeltje, een zelfgebouwd legokasteel, sneeuwklokjes, de magie van letters ontdekken, appels plukken. Onze volwassen wereld ziet er anders uit, zelfs zonder de kleintjes om ons heen.
Wie zong ook alweer ‘De glimlach van een kind doet je beseffen dat je leeft?’
Je maakt heel duidelijk dat verbazing niet hetzelfde is als verwondering José.
Verwondering, echt een geschenk!
Prachtig José we herkennen de blije verwondering. Afgelopen maandag mochten we onze achterkleindochter bewonderen en in onze armen sluiten! Een gezond kind waar we van mogen meegenieten!
Goed essay, José! 😉
Wat heb je dit weer fantastisch verwoord!
Met verwondering, verbazing terugkijken naar mijn leven.
Wat had ik allemaal beter gekund, de gemiste kansen…
Het is te laat.
Ja, omzien in verwondering, gemiste kansen.
En vrede hebben met een lang geleefd leven, maar de verwondering blijft!…………….
Verwondering grenst mijns inziens niet alleen aan verbazing ook aan verbijstering, vertwijfeling, vervreemding, verweking, verwatering, maar ook aan ontharding en verharding.
Ik moet dit nog uitwerken.
Ga zo door José🕺
Verbazen vind ik meer horen bij ‘hebben gehad van ‘n andere gedachte dan de uitkomst die je te zien krijgt…dus gekoppeld aan…Verwondering hoort voor mij bij ‘t zien van iets wat je nog nooit hebt gezien en de dankbaarheid die je daar aan koppelt. Ik ben verbaasd soms over m’n eigen reacties maar kan me er ook over verwonderen…snap je ‘t nog?
He weer even lekker stil genieten van je mooie woorden, dankjewel
Mooi geschreven. Ook jouw stukjes zorgen steeds, ook deze keer, voor verwondering.
Vrede sluiten met gemiste kansen…. wat een mooie! Sowieso weer heerlijk om dit te lezen. Grt. Ans