Duivekater

Als Pasen naderde wist ik dat mijn vader met duivekater thuis zou komen. Jaren niet meer aan deze lekkernij gedacht, tot ik zaterdag de krant opensloeg. De kookrubriek zette deze spijs in het terechte zonnetje en gaf een recept hoe het te maken. Daar hebben we het nog over.

Wij woonden in Amsterdam-West en mijn vader werkte aan de overkant van het IJ, door ons steevast Overkant van Tij genoemd. Het IJ scheidde het ´echte´ Amsterdam van Amsterdam-Noord, waar fabrieken en een paar woonwijken stonden, maar dat verder niet meetelde. Mijn arme vader die ’s ochtends voor dag en dauw met de tram naar het station ging, daar het bootje nam dat Stork voor zijn mensen liet varen, een lange dag personeelsbestanden bijhield, dezelfde weg terug aflegde en doodmoe thuis kwam. Op de fabriek werkten veel mensen uit Noord-Holland en daar aten ze met Pasen duivekater. Altijd was er was er wel een collega die de lekkernij voor hem meenam.

Als mijn vader het met krullen en strepen versierde brood uit zijn tas haalde vulde een kruidige lucht de kamer, zo aanlokkelijk dat ik niet kon wachten om een hap te nemen. De korst was een dun en stevig huidje dat smolt op je tong. Daar begon het genieten van het baksel dat het midden hield tussen brood en cake. Naast het delicate zoet, ook iets onbekends, iets exotisch. Het was kardemom dat ik proefde. Dat wist ik toen nog niet, maar de smaak deed me wel beseffen dat de wereld groter was dan de dagelijkse suffe maaltijden. Op paasochtend stond er roomboter op tafel. Zo zeldzaam bij ons thuis dat ik het niet lustte en mijn duivekater met margarine besmeerde.

Nu heb ik altijd roomboter in huis, maar geen duivekater. Die is hier niet te koop. Gelukkig staat het recept in de krant, dus wat belet mij zelf het heerlijks te bakken? Niets, dacht ik. Tot ik het recept las. Verse gist, kneden, rijzen, kneden, rijzen, en dat ook nog  met verschillende tijden en temperaturen. Dat gaat het niet worden zonder broodbakmachine. Laat ik die nou gewoon in de kast hebben staan. Zo zie je maar weer, vroeger was echt niet alles beter.

12 gedachten aan “Duivekater”

  1. Haha, heel herkenbaar. Niet de duivekater, maar de zeldzaam aanwezige roomboter. Dus daarom lustte ik dat niet en smeerde ik margarine.

  2. José,
    wat kun je het met mooie woorden vertellen is lezen vanaf mijn kant. Ik heb nog er nooit van gehoord van Duivekater, wij kennen alleen het Brabantse worstenbrood en sauseisjes allebei met gehakt; het 1ste met brood en het 2de met soort bladerdeeg. Dat kregen wij thuis na de nachtmis voor de 1ste Kerstdag, was heel gezellig met een gezin uit 9 personen, ik met mijn 5 zusjes en 1 broertje en met vader en moeder. En oliebollen bakken met het oudjaarsavond ook heel gezellig. Inmiddels al 45 jaar geleden, wat gaat het toch snel, we zijn oud en bejaard voordat we er erg in hebben.

  3. Mijn hersenen gaan direct aan de slag met het contrast tussen toen en nu, door je manier van schrijven José ! De kardemom opende een grotere wereld voor je, wat is die wereld klein geworden door alle uitvindingen sinds die tijd! Zelfs op kookgebied: de wereldkeuken gewoon op doordeweekse dagen op tafel.

  4. Het treffend beschreven contrast met de doorsnee suffe brood- en andere maaltijden deed mij denken aan broodjes die wij in Brabant rond de jaarwisseling kregen. Na de nachtmis of na Wim Kan of zoiets. Volgens wikipedia of zoiets was duivekater in de 15e eeuw een ‘bastaardvloek waarmee men de naam van de duivel wou vermijden (in vroeger tijden een taboe). Samenstelling van de woorden duivel (waarvan de letter l wegvalt) en kater. Het WNT citeert o.a. A. Fokke Simonsz.: Boertige Reis door Europa (1802-1809): “De duivekater! zei de kastelein, ik heb hier met twee mannetjes ganzen te doen.”

  5. Hai Jose, wat een geweldig stuk is weer uit je schrijverspen gekomen,
    Ik weet niet of ik het ooit heb gegeten. Wel kan ik me nog herinneren dat ik ooit met mijn vader en moeder een keer bij de rijke kant van oma van der Wende ben geweest. Daar kreeg ik iets dergeljjks te eten , maar of het duivekater of suikerbrood was, weet mijn moeder niet meer. Ik vond het als klein kind wel heel bijzonder.
    Ik heb geen broodbakmachine en ga die ook niet aanschaffen, maar wil het met Pasen wel op tafel hebben. Lijkt me leuk . Succes ermee en laat het weten of het je gelukt is.

  6. hartstikke leuk geschreven! Ga ik ook proberen: heb ook broodbak machine staan die ik bijna nooit gebruik. Daar gaat verandering in komen, dankzij je aanstekelijke stuk. Lieve groet, Trudy

  7. Ha José, je stukje riep ook bij mij veel herinneringen op. Mijn vader, die bakker was, maakte altijd duivekater. Of dat met Pasen was weet ik niet meer. Wel de geur van het brood, dat hij gevlochten uit de oven haalde. Ik vond het zoete van het brood niet lekker, bij ons thuis was het geen delicatesse ( barbaren 😁) zeer tot teleurstelling van pa. Leuk om zo weer terug geworpen te worden in de tijd.

    Mijn vader fietste voor z’n werk altijd vanuit Amsterdam west naar Zwanenburg. Door weer en wind voor verschillende diensten, dag/avond/nacht. Diehard !!!!!

  8. Leuke jeugdherinnering weer.
    Zo goed geschreven dat ik de duivekater kon ruiken en er trek in kreeg.
    Ik hoop dat het je lukt om het met de broodmachine te bakken.
    Maar José, je kunt ze nog kopen bij verschillende bakkers, zelfs bij Jumbo en bestellen via internet.

    Ik heb het nog nooit gegeten. Dus misschien een idee voor wanneer we weer met de schrijfclub samenkomen? Mmmm.

  9. Dat is dus duivekater, leuk om te weten.
    In Zweden is brood met kardemom erin heel gewoon. Ik heb het daar leren eten en ook bakken.
    Ik ga het eens proberen in deze luxevorm!

  10. Wat beeldend beschreven José, vooral dat heerlijke korstje ‘kwam binnen’ ….Bijgelegenheid , kom ik graag een plakje proeven als je het waagstuk zou zijn aangegaan! Succes! Groetjes, Magda.

Laat een antwoord achter aan José Knepflé Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *