Dialoog met aap

‘Jimi, Jimi’, piept kleinzoon van drie. ‘Wat is er, Aap?’ opent kleinzoon van drie de dialoog met zichzelf. ‘Ik zit in de hal en ik ben een beetje verdrietig, omdat je pijn in je oor hebt. Mag ik bij je komen zitten?’ De smekende blik van kleinzoon vanuit de kinderstoel kan ik niet weerstaan en ik loop naar de hal om Aap te halen. Versleten, morsig, maar onmisbaar. In de kinderstoel wordt druk geknuffeld en over zieke oortjes geaaid. O. wat lief, zeg ik, ik wil ook wel een knuffel. Wil je aan Aap vragen of hij me er ook een wil geven? ‘Wil je dat, Aap?’ Heel even blijft het stil. ‘Nee’ antwoordt Aap resoluut.