Weemoed bij voorbaat

Wat lijkt het alweer lang geleden, de berenjacht. Jonge kinderen aan de hand van hun ouders, opgetogen bij de ontdekking van weer een beertje in een verborgen hoek van een raam. En wij die de beren – teruggevonden in vergeten kasten – hadden neergezet, keken vertederd naar het grut buiten.
De eerste keer dat we weer buiten op een terras genoten van een glas wijn en met een dik vest aan – het was nog net geen zomer – ook maar bleven eten.
Series kijken op de televisie en toen we dat zat waren de livestreams en televisieprogramma’s om makers en kijkers door deze tijd heen te helpen; het eerste livestreamconcert – en nog wel met Danny Vera -, de virtuele rondleiding door het Mauritshuis, het Nederlands Dans Theater, On Stage.  

En vooral de laatste maanden de ontmoetingen met kinderen en kleinkinderen in het park van Kasteel Oud Poelgeest, waar we coffee-to-go haalden toen bijna niemand nog het koffietentje had ontdekt. Waar grote kleinzoon Gijs ontdekte dat knoppen aan heggen blaadjes worden en zijn vader ons toevertrouwde dat er weer een baby bijkomt. Waar vanuit de kinderwagen kleine kleinzoon Jimi ons zijn eerste stralende lach cadeau deed.

Echt, ik word er weemoedig van omdat ik nu al het gemis voel van straks, ooit, wanneer het leven weer als vroeger is. Ik weet dat ik mijn herinneringen ga koesteren, herinneringen waarvan de glans nog mooier wordt met het verstrijken van de tijd. Het zal nog wel even duren, want virus Corona is een geduchte en taaie tegenstander. Ik kan niet wachten tot de prik in mijn arm is gezet en ik veilig ben. Dan stort ik me volop in het woeste nachtleven, wat ik nooit gedaan noch gemist heb.
Maar wat ik later ook weer doe, kan en mag, iets van nu neem ik met me mee.